Ruth 2:7

ABEn zij had gezegd: 'Laat mij toch verzamelen en inzamelen tussen de schoven achter de maaiers.'Zij kwam en is gebleven van 's ochtends vroeg tot nu toe; ze is maar weinig thuis."
SVEn zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en [aren] bij de garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis blijven weinig.
WLCוַתֹּ֗אמֶר אֲלַקֳטָה־נָּא֙ וְאָסַפְתִּ֣י בָֽעֳמָרִ֔ים אַחֲרֵ֖י הַקֹּוצְרִ֑ים וַתָּבֹ֣וא וַֽתַּעֲמֹ֗וד מֵאָ֤ז הַבֹּ֙קֶר֙ וְעַד־עַ֔תָּה זֶ֛ה שִׁבְתָּ֥הּ הַבַּ֖יִת מְעָֽט׃
Trans.watō’mer ’ălaqŏṭâ-nnā’ wə’āsafətî ḇā‘ŏmārîm ’aḥărê haqqwōṣərîm watāḇwō’ wata‘ămwōḏ mē’āz habōqer wə‘aḏ-‘atâ zeh šiḇətāh habayiṯ mə‘āṭ:

Algemeen

Zie ook: Aren lezen, Maaier, maaien, Oogst

Aantekeningen

En zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en [aren] bij de garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis blijven weinig.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תֹּ֗אמֶר

En zij heeft gezegd

אֲלַקֳטָה־

oplezen

נָּא֙

Laat mij toch

וְ

-

אָסַפְתִּ֣י

verzamelen

בָֽ

-

עֳמָרִ֔ים

en bij de garven

אַחֲרֵ֖י

achter

הַ

-

קּוֹצְרִ֑ים

de maaiers

וַ

-

תָּב֣וֹא

zo is zij gekomen

וַֽ

-

תַּעֲמ֗וֹד

en heeft gestaan

מֵ

-

אָ֤ז

-

הַ

-

בֹּ֙קֶר֙

des morgens

וְ

-

עַד־

af tot

עַ֔תָּה

nu

זֶ֛ה

toe; nu

שִׁבְתָּ֥הּ

blijven

הַ

-

בַּ֖יִת

is haar te huis

מְעָֽט

weinig


En zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en [aren] bij de garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis blijven weinig.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!